Wat is het PISA-onderzoek?
PISA (Programme for International Student Assessment) is een grootschalig onderzoek naar de vaardigheden van 15-jarigen op het gebied van wiskunde, lezen en natuurwetenschappen. Het onderzoek vindt elke 3 jaar plaats en vergelijkt de resultaten van verschillende landen met elkaar. Het meest recente PISA-onderzoek dateert uit 2022: een jaar later dan gepland vanwege de coronapandemie.
Het PISA-onderzoek in Nederland
In Nederland deden in 2022 ruim 5.000 15-jarigen van 154 scholen mee aan het onderzoek. De resultaten van het Nederlandse onderzoek worden vergeleken met 14 EU-landen én met het gemiddelde van de 38 landen in de OESO (Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling: de opdrachtgever voor dit onderzoek). Daarnaast worden de resultaten vergeleken met de eerdere Nederlandse metingen. Zo krijg je een goed beeld van de ontwikkeling in de tijd, en in vergelijking met andere landen.
De leesvaardigheid van Nederlandse 15-jarigen is flink achteruitgegaan
Een van de belangrijkste conclusies uit het meest recente PISA-onderzoek is dat de kennis en vaardigheden van Nederlandse 15-jarigen op het gebied van wiskunde, leesvaardigheid en natuurwetenschappen in de afgelopen 4 jaar behoorlijk achteruitgegaan zijn. Vooral in leesvaardigheid presteren onze 15-jarigen slechter dan in de landen om ons heen:
- Nederlandse 15-jarigen presteren in leesvaardigheid het laagst van bijna alle EU14-landen.
- Voor het eerst zit Nederland qua leesvaardigheid ruim onder het OESO-gemiddelde.
- Bovendien is de daling in de afgelopen 4 jaar groter dan de daling tussen 2015 en 2018.
Bij 33% van de Nederlandse 15-jarigen is de leesvaardigheid te laag
Het PISA-onderzoek werkt met 6 niveaus voor leesvaardigheid: niveau 1 is het laagst en niveau 6 is het hoogst. Niveau 2 is het niveau dat je volgens PISA moet beheersen om goed mee te kunnen doen op school en in de maatschappij (het ‘burgerschapsniveau’). Uit het PISA 2022-onderzoek blijkt dat 33% van de Nederlandse 15-jarigen onder niveau 2 zit.
- Dat is veel slechter dan 4 jaar geleden: toen zat 24% van de 15-jarigen onder leesvaardigheidsniveau 2.
- Deze negatieve ontwikkeling is zo’n 10 jaar geleden begonnen. Tussen 2003 en 2012 was het percentage 15-jarigen dat onder niveau 2 zat, stabiel tussen 10% en 15%. In 2015 steeg dat naar 18% en in 2018 was dat 24%.
- Nederlandse jongeren doen het opmerkelijk veel slechter dan hun leeftijdsgenoten in andere landen: in de EU14-landen zit 24% van de 15-jarigen onder niveau 2. En voor de OESO-landen is dat cijfer 27%.
Wat betekent dit voor het taalniveau van alle mensen in Nederland?
Natuurlijk zijn taalvaardigheid en leesvaardigheid zijn niet hetzelfde. Taalvaardigheid gaat over het geheel van lezen, luisteren, schrijven en spreken van een taal. En leesvaardigheid is daar maar één onderdeel van. Dus over het taalniveau van de hele Nederlandse bevolking kun je op basis van dit PISA-onderzoek weinig zeggen. Wel wijzen deze cijfers erop dat we als bevolking langzamerhand steeds minder goed gaan lezen. Want de 15-jarigen uit 2022 zijn over een paar jaar volwassen. En waarschijnlijk zal hun leesvaardigheid niet meer veel beter worden. En: ook als er nu volop wordt ingezet op beter leesonderwijs, dan gaat het een aantal jaren duren voordat het leesniveau onder jongeren weer omhoog gaat.
Het belang van B1-teksten wordt steeds groter
Als je als organisatie voornamelijk met je publiek communiceert in de vorm van geschreven teksten, dan is het goed om te weten hoe het staat met de leesvaardigheid van dat publiek. Hoe meer mensen een lagere leesvaardigheid hebben, hoe belangrijker het is dat je teksten begrijpelijk zijn. En op basis van de PISA-resultaten zou je dus kunnen zeggen: het belang van het schrijven van B1-teksten neemt de komende jaren alleen maar toe.
Bronnen
- De Nederlandse resultaten van het PISA-onderzoek uit 2022 kun je bekijken en downloaden op de Nederlandse PISA-website.
- Hier vind je de lijst van de 38 landen die in de OESO zitten.