Taalniveaus in Nederland
Als je gaat zoeken naar gegevens over taalniveaus onder de Nederlandse bevolking, dan kom je op verschillende websites dezelfde cijfers tegen:
Taalniveau A1 5%
Taalniveau A2 15%
Taalniveau B1 40% iemand op dit niveau beheerst ook niveaus A2 en A1 ⇑
Taalniveau B2 25%
Taalniveau C1 10% van de hele bevolking begrijpt 15% niveau C1 ⇓
Taalniveau C2 5%
Waar komen deze cijfers vandaan?
De herkomst van deze cijfers is onduidelijk. Nergens staat namelijk een bronvermelding. Wel komen de cijfers in grote lijnen overeen met de cijfers uit een internationaal vergelijkend onderzoek (IALS) naar de geletterdheid van volwassenen in 12 landen, waaronder Nederland, uit 1999. Een pdf van het onderzoeksartikel vind je onder aan deze pagina (onder Bronnen).
Wat betekenen deze cijfers?
- Iemand met een bepaald taalniveau beheerst ook de onderliggende niveaus. Een taalgebruiker die gewend is om teksten op C1-niveau te lezen, kan dus ook overweg met teksten op niveau A1 tot en met B2.
- Je kunt de percentages alleen van onderaf bij elkaar optellen. Wil je weten hoeveel procent van de bevolking een tekst op C1-niveau begrijpt? Dan tel je de percentages van C2 en C1 bij elkaar op: 15 procent.
Taalniveau 0: analfabetisme
Een eerste kanttekening bij de cijfers hierboven: er wonen ook mensen in Nederland die helemaal niet kunnen lezen of schrijven. Zij hebben, zou je kunnen zeggen, taalniveau 0. Hoeveel mensen in ons land analfabeet zijn, is niet precies bekend. Oude cijfers gaan uit van 250.000 mensen die niet kunnen lezen of schrijven: dat is 1,5 procent van de bevolking. Die 1,5 procent zie je niet terug in de cijfers hierboven. (Of die 1,5 procent is voor het gemak opgenomen in de 5 procent van taalniveau A1. Dat kan ook.)
Taalniveau A1 + taalniveau A2: laaggeletterdheid
Bijna 3 miljoen mensen in Nederland zijn laaggeletterd. Dat komt overeen met ongeveer 18 procent van de bevolking. Als je kijkt naar het overzicht hierboven, dan gaat dit over mensen met taalniveau A1 en A2.
Laaggeletterden kunnen wel hun eigen naam schrijven en losse woorden lezen, maar met langere teksten (zoals brieven, folders, bijsluiters en handleidingen) hebben ze moeite. Soms vinden ze rekenen ook moeilijk, en vaak kunnen ze niet met een computer of smartphone overweg.
Deze groep heet ook wel ‘functioneel analfabeet’: ze kunnen wel lezen en schrijven, maar niet voldoende om zelfstandig te functioneren in onze samenleving. Stichting Lezen en Schrijven helpt deze mensen om weer mee te doen.
Taalniveau B1: het burgerschapsniveau
Taalniveau B1 wordt vaak gezien als het ‘burgerschapsniveau’: het taalniveau dat een volwassene moet hebben om zelfstandig mee te kunnen doen in de samenleving. Het is dan ook logisch dat je dit taalniveau gebruikt als je teksten schrijft voor een grote doelgroep. Of als je bijvoorbeeld teksten schrijft uit naam van de overheid.
Hoeveel procent van de bevolking begrijpt een tekst op B1-niveau? Volgens deze cijfers is dat 80 procent (5 + 10 + 25 + 40 procent). Als je een tekst schrijft op taalniveau B1, dan weet je zeker dat verreweg de meeste lezers snappen wat je hebt opgeschreven.
Taalniveau C1 + taalniveau C2: academisch niveau
Ongeveer 36 procent van de 15- tot 75-jarigen in Nederland heeft een hbo- of wo-opleiding, volgens cijfers van het CBS uit 2022. Daar hoort taalniveau C1 en C2 bij. Je zou verwachten dat je dat terugziet in het overzicht hierboven. Toch zijn de cijfers voor taalniveau C1 en C2 veel lager: opgeteld heeft slechts 15 procent van de Nederlandse bevolking taalniveau C1 of hoger.
Dat zou betekenen dat de helft van alle mensen met een hbo- of wo-opleiding taalniveau B2 of lager heeft. Dat is een opmerkelijk verschil. Aan de ene kant is dat te verklaren doordat er in 1999 waarschijnlijk minder mensen waren met een hbo- of wo-opleiding. Een andere reden zou kunnen zijn dat het IALS-onderzoek met een andere indeling werkt dan de taalniveaus van A1 tot en met C2.
Kritiek op taalniveaus
Er is vaker kritiek geuit op het concept van de taalniveaus en de manier waarop ze worden gebruikt. De taalniveaus A1 tot en met C2 zijn afkomstig van een Europese indeling van taalniveaus voor het leren van vreemde talen. In die context zeggen ze dus niets over iemands taalvaardigheid in zijn of haar moedertaal. En al helemaal niet over het taalniveau van een tekst. In de discussie over B1 is dit nog steeds een veelgehoord argument.
Nederlandse taalniveaus voor moedertaal
Naast het Europese referentiekader voor taalniveaus, waar de aanduiding B1 vandaan komt, wordt in Nederland nog een ander model gebruikt om taalniveaus te definiëren. Dit model is specifiek bedoeld voor taalniveaus van moedertaalsprekers. Die twee modellen voor taalniveaus zijn goed met elkaar te vergelijken.
Conclusie
Het is lastig om harde cijfers te geven voor de verdeling van taalvaardigheidsniveaus over de Nederlandse bevolking. Er is de laatste jaren geen onderzoek naar gedaan. De cijfers die op dit moment worden gebruikt, zijn al bijna 25 jaar oud. En ze zijn ook nog eens gebaseerd op een andere indeling van taalniveaus.
Bronnen
- Het Max Goote Kenniscentrum maakte in 1999 een analyse van de Nederlandse resultaten van het internationale IALS-onderzoek naar de functionele geletterdheid van volwassenen (pdf)
- Wikipedia vermeldt cijfers over analfabetisme in Nederland
- Stichting Lezen en Schrijven geeft informatie over laaggeletterdheid in Nederland
- In het Compendium over de leefomgeving staan cijfers over het percentage hoogopgeleiden in Nederland