Wat is B1?
B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Teksten die door veel mensen gelezen worden, worden steeds vaker op een eenvoudig niveau geschreven. Met name de overheid maakt er gebruik van, maar ook andere organisaties en bedrijven kiezen steeds vaker voor B1.
De discussie over B1
De aanduiding B1 wordt sinds het begin van deze eeuw gebruikt als synoniem voor eenvoudige taal. Sinds die tijd woedt er ook een felle discussie over. Er verschijnen regelmatig stukken van tekstschrijvers, taalwetenschappers en communicatiedeskundigen in de media, waarin ze vraagtekens zetten bij het nut en de bruikbaarheid van het fenomeen ‘taalniveau B1’. Hieronder lees je de voornaamste kritiekpunten op B1.
Kritiekpunt 1: B1 gaat over vreemde talen (en niet over moedertaal)
De aanduiding B1 is geplukt uit het Europees Referentiekader (ERK), een Europese indeling van taalniveaus. Dit kader is expliciet ontwikkeld voor het leren van vreemde talen. Je mag het dus niet zomaar toepassen op teksten in de moedertaal. Want dan vergelijk je appels met peren.
Kritiekpunt 2: B1 gaat over mensen (en niet over teksten)
Het Europese Referentiekader is om een tweede reden geen goede graadmeter, want het is een norm om te meten hoe goed iemand een vreemde taal beheerst. Het zegt dus iets over een taalgebruiker – en niet over een tekst.
Kritiekpunt 3: B1 is jip-en-janneketaal (en dus te simpel)
B1 is eenvoudige taal die lijkt op de simpele manier waarop Annie M.G. Schmidt haar beroemde kleuterverhaaltjes schreef. Korte zinnen, eenvoudige woorden, concrete situaties. Met weinig ruimte voor nuance of diepgang. Met dit soort jip-en-janneketaal kun je ingewikkelde zaken als verzekeringsvoorwaarden of medicijnenbijsluiters niet uitleggen.
Kritiekpunt 4: B1 let niet op samenhang (en is dus helemaal niet begrijpelijker)
B1 hamert op het schrijven van korte zinnen met één hoofdgedachte. Maar dat zorgt niet automatisch voor teksten die beter te begrijpen zijn. Uit onderzoek blijkt dat lezers een tekst beter snappen als de samenhang duidelijk is. Daarvoor gebruik je verbindingswoorden, zoals en, maar en want. En die vind je in B1-teksten niet of nauwelijks terug.
Kritiekpunt 5: B1 is niet aantrekkelijk om te lezen (dus je bereikt je doelgroep alsnog niet)
Teksten die geschreven zijn op taalniveau B1, zijn misschien wel begrijpelijk, maar ook heel saai om te lezen. Bovendien zijn ze zo plat als een dubbeltje. Het is helemaal geen pretje om teksten op B1-niveau te lezen. Daarmee schiet je je doelgroep dus alsnog voorbij.
Kritiekpunt 6: B1 is niet nieuw
Alle adviezen die onder het mom van B1 aan schrijvers worden gegeven, staan in elk schrijfhandboek. Er is helemaal niets nieuws aan B1. Iedereen die teksten voor een breed publiek schrijft, deed het al lang zo. Ook toen het nog geen B1 heette.
Kritiekpunt 7: B1 scheert alle lezers over één kam
Er zijn verschillende soorten lezersgroepen, die allemaal een eigen benadering nodig hebben. Je kunt deze verschillende groepen (laaggeletterden, praktisch opgeleiden, tweedetaalleerders enzovoorts) niet op één hoop gooien en denken dat zij allemaal met dezelfde oplossing, B1, geholpen zijn.
Kritiekpunt 8: B1 is een commercieel concept
B1 is een lege huls: niemand kan precies uitleggen wat B1 nu precies is en waar het tegen helpt. Wat is de geheime B1-formule? Niemand die het weet.
Kritiekpunt 9: het B1-percentage slaat nergens op
De bewering dat 80 procent van de bevolking teksten op taalniveau B1 begrijpt, is volledig uit de lucht gegrepen. Als bron voor deze bewering wordt een OESO-onderzoek genoemd naar de functionele geletterdheid van volwassenen in 12 landen. Maar dat rapport laat veel lagere cijfers zien.
Toch staat B1 nog steeds overeind
Ondanks al deze kritiekpunten staat B1 twee decennia na de introductie ervan nog steeds recht overeind. De overheid heeft B1 geadopteerd als standaard voor alle teksten op Rijksoverheid.nl. Ook in het bedrijfsleven wordt B1 steeds meer de norm bij het schrijven van teksten voor een breed publiek.
Conclusie
Begrijpelijk schrijven is iets waar tekstschrijvers zich al decennialang sterk voor maken. B1 is dus een nieuwe term voor een praktijk die al lang bestaat. Het feit dat B1 enorm is aangeslagen bij overheden en bedrijven, betekent dat dit concept iets doet wat eerder niet is gelukt: het laat organisaties bewust nadenken over (het taalniveau van) hun doelgroep, én over de manier waarop hun teksten daar zo goed mogelijk bij aansluiten. Het is alleen maar toe te juichen dat er eindelijk breed aandacht is voor begrijpelijk schrijven. Want daarmee doe je iedereen een plezier – ook mensen die ingewikkelde teksten wél begrijpen. En hoe je dat dan precies noemt (B1, begrijpelijke taal, Direct Duidelijk of eenvoudig Nederlands), dat doet er uiteindelijk niet zo veel toe.
Bronnen
- Heldere taal voorkomt problemen Ingezonden stuk van BureauTaal in de Volkskrant van 16 juni 2011 (betaald)
- Waar komen kreten ‘B1’ en ‘C1’ vandaan? Lezersreactie van Pim van Wel in de Volkskrant van 18 juni 2011 (betaald)
- Pleidooi voor duidelijke taal niet altijd even helder Reactie van Eric Tiggeler en Rob Doeve in de Volkskrant van 22 juni 2011 (betaald)
- Lang leve jip-en-janneketaal! En weg met B1 Artikel van Peter Zuijdgeest in Tekstblad nummer 5, 2012
- De jacht op het recept voor begrijpelijke teksten Videoverslag van de Vakimpuls die beroepsverenigingen Tekstnet en Logeion organiseerden op 14 mei 2013
- De nieuwste kleren van de keizer. ‘Teksten op B1-niveau’ als leeg begrip Artikel van Carel Jansen in Onze Taal nummer 2/3, 2013
- Stop met dat halfslachtige ‘dringend adviseren’ Opiniestuk van Stine Jensen in NRC van 2 oktober 2020 (betaald)