Het verschil tussen B1 en ‘lekker leesbaar’
Het verschil tussen B1 en ‘lekker leesbaar’ zit ’m in verschillende dingen. En die lijken voor een geoefende lezer misschien subtiel, maar voor iemand die wat minder taalvaardig is maken die nu nét het verschil tussen de tekst wel of niet kunnen begrijpen.
Voorbeelden van B1 en ‘lekker leesbaar’
In de volgende voorbeelden zie je goed wat het verschil is tussen B1 en ‘lekker leesbaar’.
Dit leest lekker - maar is geen B1 | Dit is wel B1 | ||
1a | Hoewel veel mensen weten dat roken slecht voor je is, lukt het ze niet om ermee te stoppen. | 1b | Roken is slecht voor je. De meeste mensen weten dat wel. Toch lukt het veel mensen niet om ermee te stoppen. |
2a | Sommige inwoners vonden dat de gemeente ze in de kou heeft laten staan. | 2b | Sommige inwoners vonden dat de gemeente ze niet goed geholpen heeft. |
3a | Wij hebben uw aanvraag ontvangen en in ons systeem verwerkt onder dossiernummer 1234-X. Na de behandeling door onze juristen sturen wij u binnen 16 weken een reactie. | 3b |
Bedankt voor uw aanvraag. U krijgt onze reactie voor 12 mei. Heeft u vragen? Noem dan altijd het nummer van uw aanvraag: 1234-X. Dan kunnen wij u sneller helpen. |
B1 maakt korte zinnen met maar één boodschap
Zin 1a is lang en bestaat uit meerdere boodschappen. En hij begint ook nog eens met een aanloop. Als lezer moet je de eerste boodschap onthouden (‘veel mensen weten dat roken slecht is’) terwijl je op zoek gaat naar de tweede boodschap (‘het lukt ze niet om te stoppen’). Je maakt het een B1-lezer makkelijk als je die boodschappen in aparte zinnen zet, zoals in 2a.
B1 gebruikt letterlijke taal
In zin 2a staat een uitdrukking (‘in de kou laten staan’). Mensen met bijvoorbeeld een andere moedertaal dan het Nederlands kennen deze uitdrukking misschien niet. Zij vatten de zin dan letterlijk op. Zo kunnen ze denken dat de gemeente sommige inwoners buiten het gemeentehuis in de vrieskou heeft laten wachten. Maar dat is waarschijnlijk niet wat hier bedoeld wordt. Om die verwarring te voorkomen, kun je beter zo letterlijk mogelijk schrijven. Daarom is zin 2b wél B1, en zin 2a niet.
B1 sluit aan bij het perspectief van de lezer
Tekst 3a is een typisch voorbeeld van procestaal: een organisatie beschrijft zijn eigen processen in een brief aan een klant. Maar wat schiet die klant ermee op? Weinig. Door het lezersperspectief te kiezen, laat je de tekst veel beter aansluiten bij de belevingswereld van de klant. Zo kom je erachter dat je een hoop informatie uit de originele tekst (‘we hebben uw aanvraag in ons systeem verwerkt’, ‘na de behandeling door onze juristen’) kunt weglaten. En dan wordt de tekst in één klap glashelder.
Wat is B1?
De aanduiding B1 staat voor eenvoudig Nederlands. Teksten op taalniveau B1 zijn begrijpelijk voor een grote doelgroep.
Wanneer kies je voor B1?
B1 is geen standaardoplossing voor alle teksten. Welk taalniveau jouw tekst moet hebben, hangt voor een groot deel af van de lezers die je wilt bereiken.